Een stille nacht zegt niet altijd iets over rust; want rust had Thilde niet.
Vastberaden liep ze alle hoeken en gangen van het pension door, steeds even stilhoudend om de sfeer te proeven.
Er was geen geluid, althans, nog niet….maar Thilde wist het zeker, zij zou het zo herkennen.
In deze onaardse stilte van de maanloze nacht, zou de atmosfeer trillen van verwachting en zou zij weten dat hij er was.
Het in duister gehulde gebouw was leeg. De stemmen van tijdelijke bewoners waren vervlogen in de tijd. Want alhoewel het altijd druk was geweest met vakantiegangers en dagjesmensen die toch nog wat langer wilde blijven in deze sprookjesachtige landstreek, was er nu al een paar maanden geen kamer verhuurd.
Oh ja, toen ze het grote huis pas had overgenomen om er een bed-and-breakfast van te maken wist Thilde al dat het storm zou lopen.
Vanuit alle windstreken zouden mensen staan te popelen om hier te zijn en hun tijd door te brengen, hopend om zoveel van de onverklaarbare schoonheid in zich op te kunnen nemen, dat ze er thuis nog van na zouden kunnen genieten.
En zij had dat geweten, gevoelig als ze was voor sfeer en tijdloze impressies. Het zat hem in de kleur van alles. Het aura rond de bloemen, de glans van het loof. Zelfs om de mensen heen hing een verwachtingsvolle spanning, vaak zonder dat ze dat zelf in de gaten hadden.
Steevast verschenen de bezoekers direct na het inchecken en de kamerinspectie alweer met een fototoestel om de hals beneden om vast te leggen wat hun hart zag maar hun ogen niet begrepen.
Net zo vaak kwamen ze even later weer binnen, hun camera inspecterend omdat deze het ineens niet meer deed. Thilde zag ze komen en gaan maar ‘t was altijd hetzelfde.
En zij haalde dan meelevend haar schouders op, acteerde onbegrip en deed verwoede pogingen om samen met de fotograaf in spé het probleem op te lossen. “Nee, ze begreep er ook niks van” en “nee, helaas, ze verkocht geen batterijen….”
Maar nu kwam er al een kwartaal niemand meer.
Niet omdat het landschap was veranderd of de tijd van het jaar niet uitnodigde tot een korte vakantie.
Nee, Thilde had gewoon geen nieuwe reserveringen aangenomen en steeds gezegd dat er geen plaats meer was; dat alles was volgeboekt en dat het haar zo speet….
Oh ja, het speet haar heel erg, en ze hoopte zeker dat de beller het nog eens later in het jaar zou proberen, want nee, langer dan een halfjaar vooruit boekte ze nooit….
En dus had ze nu alle tijd en de ruimte voor zichzelf. Het huis werd niet meer bijgehouden, kant- en klaar maaltijden werden snel even opgewarmd en lopende gegeten…zonder dat ze wat proefde.
Thilde had alleen maar aandacht voor deze hemelse fluisteringen waarvan ze zeker wist dat alleen zij ze kon horen. Het had al die jaren al over het landschap rondom gezweefd…. en komende uren zou het zich eindelijk manifesteren, hier, bij haar….zij was de uitverkorene.
Nu, zo aan het einde van de nacht, wachtend op het moment dat ze zeker zou weten, kleurde de hemel aan einder al langzaam met de verwachtingsvolle gloed die een warme dag aankondigt.
De vogels kwetterden en de dageraad hing trillend in de lucht. Langzaam verkleurde het rozerood naar oranje toen plots al het geluid verstilde, tot een haast doodse luchtledigheid. En Thilde stond stil, alles stond stil.
Met grote ronde ogen van verwachting keek ze uit het grote raam van de kamer waar voorheen iedereen het ontbijt nuttigde…
De huid op haar gezicht leek zich strak te spannen, en haar haar verkleurde in enkele minuten van mahoniebruin naar zilvergrijs, toen ze de hemel zag verkleuren van morgenrood naar gifgroen terwijl er een zwarte zon opkwam.
En Thilde wist…dat hij er eindelijk was.
© Riann (Rian van Nieuwkerk) 2011